"Onkruid" zit vol verhalen
Interview

"Onkruid" zit vol verhalen

Weet je hoeveel planten er groeien op de stoep net buiten je voordeur? Waarschijnlijk meer dan je denkt! In dit interview gaan we in gesprek met Nienke Beets, van het citizen science project "Stoepplantjes".

Meer dan 60 procent van alle plantensoorten in Nederland groeien in stedelijk gebied. Ook al zien mensen deze planten als onkruid, ze spelen belangrijke rollen in het ecosysteem van de stad. Nu zorgen over de afname van biodiversiteit stijgen, is leren over deze stedelingen belangrijker dan ooit.

PhD-kandidaat en freelance illustrator Nienke Beets verdiept zich in dit vaak over het hoofd gezien stadsgroen via haar citizen science project “Stoepplantjes”. Ze vertelt waarom we stoepplantjes meer aandacht moeten geven en over de rol van haar illustratiewerk in haar onderzoek.

Tijdens het nationale event Weekend van de Wetenschap op 2 en 3 oktober 2021 ging “Stoepplantjesonderzoek.nl” online. Via de website kunnen mensen stoepplantjes invoeren die ze in de stad vinden. Op de dag van het interview, 19 oktober 2021, waren al duizend plantjes geüpload.

Gebaseerd op de data hoopt Beets te leren begrijpen hoe we als mensen de diversiteit en distributie van planten in de stad hebben beïnvloed. Tegelijkertijd hoopt ze via haar project de welverdiende aandacht voor deze stadsplanten te verhogen.

Ze legt uit dat deze onopvallende planten vaak veel verhalen kunnen vertellen. Bijvoorbeeld, de veel voorkomende grote weegbree liftte mee met vroege kolonisten vanuit Europa naar Amerika. Daarom noemen de inheemse mensen de plant “Voetstappen van de witte mens”.

Ondertussen zijn de bekende madeliefjes ernstig getroffen door menselijk toedoen. Door de hoge stadse temperaturen hebben deze planten namelijk het hele jaar bloemen.

De muurleeuwenbek is Beets’ favoriet. Deze soort groeit op muren, daarom buigen de bloemen richting scheurtjes in de muur. Zo kunnen de zaadjes in deze scheurtjes vallen. Daarnaast zit er een “mierenbroodje” aan de zaadjes vast. Dit lekkernij motiveert mieren om de zaadjes terug naar hun nest te dragen. Zo reizen de zaadjes ver van de moederplant vandaan. Naast deze fascinerende eigenschappen, spreekt de schoonheid van de bloemen tot Beets’ artistieke kant.

Naast haar onderzoek, heeft ze namelijk ook een carrière in illustreren. Dat begon toen haar kleurplaten in de winkel kwamen van een duinbezoekerscentrum waar ze werkte. Later, tijdens haar master in wetenschapscommunicatie, waren haar tekentalenten handig voor de ontwikkeling van een kaartspel over bestrijdingsmiddelen en voor haar stage bij de Hortus Botanicus.

Steeds meer mensen raakten geïnteresseerd in haar werk, daardoor meldde ze zich officieel als freelancer aan. Voor haar illustraties bij de Hortus Botanicus kreeg ze de Joke t’Hart prijs in 2019. Deze prijs eert kunstwerken die natuur met kunst linken en aandacht trekken voor planten op een speelse, maar educatieve manier.

Voor studenten die graag in Beets’ voetsporen willen treden, heeft ze veel advies. Zo maakt ze duidelijk dat de “saaie” onderdelen van freelancen niet onbelangrijk zijn: belastingaangifte doen, auteursrechten begrijpen en goede prijzen vaststellen. Vooral dat laatste punt benadruk Beets: ‘..neem jezelf serieus, ook in de prijs die je vraagt. Vaak werken we gratis als we beginnen, maar dat is eigenlijk slecht voor de creatieve economie.”

Op dit moment balanceert ze twee carrières tegelijkertijd, dat is niet altijd even makkelijk. Aan de ene kant houdt ze van illustreren voor haar projecten. Maar aan de andere kant realiseert ze zich dat het vooral een extraatje is, waardoor ze moet oppassen dat ze daar niet te veel tijd in steekt. Of zoals Beets het zelf brengt: “..anders schiet ik mezelf in de voet.”

De PhD'er en illustrator benadrukt ook dat “...het beste onderzoek soms van heel creatieve wetenschappers komt.” Ze legt uit dat onderzoek misschien een heel strikt gereguleerd proces lijkt, maar in de realiteit zijn de resultaten vaak onvoorspelbaar. Als een onverwacht probleem ontstaat, kan creativiteit de sleutel zijn om daar op een productieve manier mee om te gaan.

Voor de toekomst hoopt Beets een bijdrage te leveren aan het verbeteren van academische wereld op het vlak van samenwerking en vermindering van competitie tussen onderzoekers. En dat terwijl ze ook verder leert over onderzoek, illustraties maken en, natuurlijk, stoepplantjes.

Wil jij ook meedoen met het citizen science project van Nienke Beets? Stap dan de voordeur uit, kijk goed om je heen en leg alle stadse stoepplantjes die je vindt vast op stoepplantjesonderzoek.nl

0 Reacties

Geef een reactie